Als je een paniekstoornis hebt, krijg je plotselinge, intense paniekaanvallen. Iedereen kan wel eens een paniekaanval meemaken, maar bij een paniekstoornis komen deze aanvallen onverwacht en zonder duidelijke aanleiding. Je kan bijvoorbeeld rustig in de zetel zitten of gewoon aan het autorijden zijn, en dan ineens gebeurt het: je hart begint te bonken, je gaat zweten, je wordt licht in het hoofd en je hebt het gevoel dat je geen lucht meer krijgt. Vaak ga je dan ook sneller ademen (ook wel eens hyperventilatie genoemd), wat het nog erger maakt. Zo’n aanval is heel beangstigend. Daardoor ontstaat er een nieuwe angst: de angst om nog eens een paniekaanval te krijgen, om het opnieuw te krijgen. Je begint bepaalde situaties te vermijden, zoals autorijden, boodschappen doen of op drukke plaatsen komen. Soms durf je zelfs je huis niet meer uit, omdat je bang bent dat het opnieuw gebeurt. Dit wordt ook wel pleinvrees of agorafobie genoemd, daarover vind je hier meer informatie.
Gedachten als "Wat als ik flauwval?", "Wat als ik een hartaanval krijg?", of "Wat als ik de controle verlies?" komen vaak voor tijdens zo’n aanval. Je bent niet alleen bang voor de symptomen, maar ook voor wat er zou kunnen gebeuren als het fout gaat. Die angst voor de angst zelf kan je leven erg klein maken. Je stopt met dingen die je graag deed, je werk kan eronder lijden en je zelfvertrouwen zakt steeds verder weg.
Typische lichamelijke symptomen bij een paniekaanval zijn:
hartkloppingen
zweten
beven of trillen
licht gevoel in het hoofd
benauwdheid of het gevoel geen lucht te krijgen
het idee de controle te verliezen
Copyright © Alle rechten voorbehouden