Bij een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS), ook wel dwangstoornis genoemd, heb je last van steeds terugkerende, opdringerige gedachten die je niet zomaar kunt uitzetten. Ze lijken uit het niets te komen en roepen veel angst of onrust op. Om met dat nare gevoel om te gaan, voel je de drang om bepaalde handelingen uit te voeren, soms meerdere keren na elkaar, tot het ‘juist’ voelt. Bijvoorbeeld: je denkt ineens “Als ik dit nu niet doe, dan gebeurt er iets ergs met iemand die ik graag zie.” Of je hebt het gevoel dat je iets precies op een even aantal keren moet doen, anders brengt het ongeluk. Deze handelingen geven even een gevoel van opluchting, maar de angst komt snel terug, waardoor je de handeling opnieuw moet doen. Mensen met OCS ervaren ook veel twijfel. Stel: je verlaat het huis en je vraagt je plots af of je de voordeur wel op slot hebt gedaan. Je controleert even. Oké, ze is gesloten. Maar even later komt de gedachte: “Heb ik het wel goed genoeg gecontroleerd?” Die gedachte laat je niet los, en uiteindelijk keer je terug om opnieuw te checken of de deur wel degelijk gesloten is. Deze vicieuze cirkel van twijfel en controle kan erg vermoeiend en zelfs frustrerend zijn.
Daarnaast komt perfectionisme vaak voor bij OCS. Iets moet perfect zijn, niet gewoon "goed genoeg". Je blijft iets opnieuw doen of erover nadenken tot het 'juist' voelt. Dit hele proces kost veel tijd en energie, en kan je dagelijkse leven serieus verstoren. Typische kenmerken van OCS zijn:
steeds terugkerende, storende gedachten waar je geen controle over lijkt te hebben
je doet handelingen of denkt bepaalde ‘tegen-gedachten’ om jezelf gerust te stellen
je voelt je erg onrustig als je de handeling niet kunt uitvoeren
de dwanghandelingen nemen veel tijd in beslag en maken gewone dingen moeilijk
je streeft naar perfectie, ‘goed genoeg’ is vaak niet voldoende
je twijfelt vaak aan wat je hebt gedaan
je hebt veel behoefte aan structuur en voorspelbaarheid
Copyright © Alle rechten voorbehouden