Sociale angst

Sociale angststoornis

Sociale angst (of sociale fobie) kenmerkt zich doordat je in situaties met andere mensen (vreemden en/of bekenden) bang zijn om bekeken te worden, te blozen, te trillen, te stotteren, kritiek te krijgen of de verkeerde dingen te doen of te zeggen.  Allerlei sociale situaties worden hierdoor vermeden of    je zoekt/bedenkt redenen/uitvluchten om ze te vermijden. Sommige mensen met een sociale fobie drinken dikwijls alcohol of gebruiken kalmeermiddelen om bepaalde situaties aan te kunnen.
Ook sociaal fobici hebben last van anticipatieangst.

Sociale angst versus verlegenheid

Dikwijls wordt sociale angst als verlegenheid beschouwd. Wat is dan nu precies het verschil?

 Verlegenheid is een vorm van sociale gereserveerdheid.  Het is een persoonlijkheidstrekje en op zichzelf niet pathologisch  (niet te beschouwen als een stoornis).  In sommige culteren wordt verlegenheid als positief beoordeeld. Verlegenheid hoeft dus geen sociale angststoornis te zijn.

Sociale angst daarentegen gaat dikwijls gepaard met verlegenheid en kan een aanzienlijke ongunstige, belemmerende en beperkende invloed hebben op het dagelijks functioneren. Vandaar dat men spreekt van een sociale angststoornis. Het begrip 'stoornis' wijst erop dat het dagelijks leven wordt verstoord.

Meest voorkomende fobieën bij een sociale angststoornis

Dikwijls gaat een sociale angst gepaard met één of meer fobieën.  

  • Tril- of beeffobie: je bent dan bang in gezelschap te beven. Iedereen zou het kunnen zien dat je beeft, waardoor je het idee krijgt dat anderen van je kunnen denken dat je onzeker bent. Het beven komt dan vaak voor in situaties zoals: op een receptie, bij een etentje, bij het schrijven terwijl men op je vingers kijkt.
  • Zweten: als mensen zien dat je zweet zou dit de indruk kunnen wekken dat je onzeker bent. Zweten in de zomer is makkelijker te aanvaarden, dan zweten in de winter.
  • Blozen: iedereen bloost wel eens. Iemand met een sociale angst beschouwt blozen als 'onzekerheid'. soms zelfs zwakte.  Je bent dan ook  bang om te blozen. Bij klaarlichte dag is dat hinderlijk, als het donker is minder hinderlijk. Vrouwen hebben dan de neiging om zich extra te schminken.
  • Stotteren of niet uit je woorden komen:  bij een voordracht, een speech of als men je iets wil laten vertellen, ben je bang te stotteren of verkeerde dingen te zeggen of niet meer uit je woorden te komen!

De meeste mensen met een sociale angst hebben een laag zelfbeeld en voelen zich minderwaardig en onzeker.  Je let vooral op zaken en taken die je niet zou kunnen. Je onderschat je eigen kunnen en mogelijkheden.  Daar tegenover staat: je overschat bepaalde taken die je niet kunt.
Dikwijls is er sprake van een: vermijding, geremd sociaal gedrag en een verhoogd zelfbewustzijn.

Verhoogd zelfbewustzijn en persoonlijkheid

Je bent in sociale situaties overmatig bewust van jezelf.  Je hebt dan te weinig aandacht voor de ander(en) of hetgeen er om u gebeurt (en voor de sociale taak).  Dit verhoogde zelfbewustzijn voedt sociaal gerelateerde emoties zoals schaamte en verlegenheid. Dit geeft aanleiding tot negatieve zelfevaluatie en het zichzelf overmatig verantwoordelijk voelen (achten) voor de uitkomst van gebeurtenissen (en interfereert met het sociaal functioneren).

Enkele specifieke persoonlijkheidstrekken (welke herken je?)

  • Je hebt over bepaalde onderwerpen heel specifieke opvattingen.
  • Je hebt een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Onrechtvaardig gedrag of uitspraken van anderen kunnen je boos maken. Bij anderen kan dit wel eens als 'arrogant' overkomen.
  • Enerzijds kun je wel eens boos worden of mensen vermijden die graag in de belangstelling willen staan, anderzijds kun je een beetje jaloers zijn 'zij hebben gemaakt, ik niet'
  • Je hebt een streng geweten. Je bent voorzichtig, bang om anderen niet te kwetsen of beschamen.
  • Je hebt het moeilijk om NEE te zeggen, ook al komt het je niet goed uit.
  • Ben je een vrouw:  dan kan het stoere mannelijke gedrag je wel eens storen 'alle mannen zijn hetzelfde'
  • Ben je een man:  dan reageer je wel eens 'alle vrouwen zijn hetzelfde'.
  • Je bent over algemeen zeer behulpzaam, gereserveerd en je wil zeker niet in de belangstelling staan.
  • Je geeft liever dan dat je iets krijgt.
  • Feestjes, bezoekjes (gaan of ontvangen): liever niet dan wel. Je hebt ook een beperkte vriendenkring. Je bent selectief in het kiezen van vrienden.
  • Het is niet zo evident om een hechte relatie met een partner op te bouwen. Je bent zeer kritisch, maar ook de twijfels kunnen je plagen.
  • Je bent ook dikwijls bezig wat anderen over je zouden kunnen denken.
  • Je hebt geen goed zelfbeeld van je zelf (lelijk, dom, oninteressant).
  • Je hebt dikwijls het gevoel onzeker te zijn en je minderwaardig te voelen.

Faalangst

Eén van de veel voorkomende angst is faalangst. Deze faalangst begint meestal al op (kinder-) jeugdige leeftijd. Typische kenmerken bij faalangst zijn:

  • Bang de mist in tegaan.
  • Bang om fouten te maken.
  • Bang niet goed genoeg te zijn.
  • Bang wat anderen dan van je denken.
  • Bang voor kritiek of (ver)beoordeling.
  • Het is nooit goed genoeg.
  • Perfect willen zijn en toch beseffen dat dit moeilijk haalbaar is.

Vermijding of sociaal geremd gedrag

Vermijding: Uit angst voor de verwachte catastrofes (of mogelijk confronterende of beschamende gevolgen) vermijdt je bepaalde situaties of bepaald gedrag dat corrigerende of bekritiserende informatie zou kunnen geven. Dit vermijden gaat dan meestal om:

  • naar school gaan, examenvrees hoort hier ook bij
  • feestjes, bezoek ontvangen of op bezoek gaan
  • het geven van een voordracht
  • een date maken
  • iets organiseren (bang dat het niet goed genoeg is, of fouten kunnen maken)
  • bepaalde beroepen waarbij je een sociaal engement moet aangaan
  • solliciteren
  • het bijwonen van een vergadering

Geremd sociaal gedrag:  het hoge angstniveau verstoort het optimaal functioneren en leidt veelal tot geremd sociaal gedrag. Hierdoor zal je jezelf eerder negatief evalueren en zullen anderen minder positieve reacties geven dan wanneer men zonder angst zou functioneren. Dit laatste is dan weer een bevestiging van 'zie je wel...ze zullen wel denken'. 

Sociale angst bij kinderen

Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat een sociale angststoornis overwegend erfelijk is bepaald. Ofwel moeder, ofwel vader, Opa en Oma hebben gelijkaardige. Verder zijn in minstens één lijn (vader of moeder of beiden) in de familie mensen die een sociale angst hebben en/of sociaal ansgtige trekken (oom, tante, nichten, neven).  Je hoort wel eens zeggen: 'Ons Liesje is wat verlegen en dat heeft ze van papa'.  Een sociaal angstigh kind wordt wel eens gepest op school, hetgeen later soms ernstige gevolgen kan hebben. 

Alcohol- drug- en kalmeermidelengebruik bij sociale angst

Alcoholgebruik:  Als sociale situaties spanning, stress of zelfs angst oproepen, dan is de neiging om snel 'iets' te drinken.  Je gaat naar een feest of receptie, het eerste wat je doet: een glaasje drinken. Dan valt die eerste spanning even weg.  Bij jongeren met een sociale angst is het heel denkbaar 'dat je er ook bij wilt horen'.  Iets drinken neemt dan het ongemakkelijke gevoel en die spanning weg.  Onderzoek heeft aangetoond dat bij AA-groepen ruimschoots 35% van de alcoholisten, mensen zijn met een sociale angst (reeds vanaf jeugdige leeftijd).  Alcoholverslaving bij sociale angst is dus niet uitgesloten.

Druggebruik: Vooral onder de jongeren met een sociale angst is cannabisgebruik veel voorkomend. Hierbij spelen dikwijls twee factoren een rol:  erbij horen én het even los komen van jezelf.  Het gevoel krijgen 'nergens last van te hebben'. Een wereld creëren waarin rust en zich vrij voelen  centraal staan.

Kalmeermiddelengebruik:  Zeer veel mensen met een sociale angst gebruiken regelmatig, soms zelfs dagelijks,  kalmeermiddelen (m.n. benzodiazepinen).  Wel of niet gecombineert met alcohol.        Sommige kalmeermiddelen hebben een snelle werking (gebruik onder de tong) hetgeen de verleiding vergroot om 'snel' een pilletje te nemen.  Andere producten hebben een vertraagde of 'retard' werking.  Bij langdurig gebruik van bezodiazepinen is verslaving niet uitgesloten.

Assertiviteitstraining

Dikwijls worden mensen met een sociale angst geadviseerd om een assertiviteitstraining te volgen. Op zich kan dit mogelijk iets meer zelfvertrouwen geven, echter eenmaal terug in de échte sociale situaties, hebben ze terug klachten en neiging om te vermijden. Bij een assertiviteitstraining wordt enkel aandacht gegeven aan het gedrag. De OORZAAK wordt echter niet aangepakt. Na een klachtgerichte cognitieve gedragstherapie kan een assertiviteitstraining wel een toevoegende waarde bieden. een assertiviteitstraining is dan ook een  vorm van gedragstherapie. Vandaar het advies:  eerst de angst (faalangst), het zelfbeeld en andere negatieve gevoelens aanpakken.

De veronderstelling dat hiervoor medicijnen bestaan die het probleem oplossen is ook onjuist. Medicatie kan enkel een ondersteunende bijdrage aan de cognitieve gedragstherapie leveren.

Belangrijk

Sociale angst ontwikkelt zich dikwijls al tijdens de kinderjaren. Al te vaak worden deze kinderen dan als 'verlegen' beschouwd, echter ze hebben er last van en lijden er vaak onder. Ze zijn dikwijls een prooi om gepest te worden, omdat ze zich niet durven te verweren. Ze kunnen weliswaar soms wel agressief reageren, hetgeen dan meer een vorm van onmacht en kwetsende gevoelens is. We horen dan ook wel eens, dat een jongere zeer agressief op school reageerde met soms zeer ernstige gevolgen.                       De vraag die men zich dan kan stellen is: "heeft men het onderliggende probleem van de sociale angst tijdig herkend?"

Het is niet uitgesloten dat jongeren met een sociale angst zich vroegtijdig isoleren, weinig vrienden hebben. Ze doen heel erg hun best om iedereen te behagen of geliefd te worden.

Gedachten van zelfdoding (donkere gedachten) en zelfdoding bij jongeren kan door een sociale angst getriggerd worden. Op het nieuws horen we dan ook regelmatig: 'Het was een stille jongen/meisje, wel vriendelijk en behulpzaam, maar je zag hem/haar zelden met vrienden'.

Ouders en leerkrachten hebben hierin een belangrijke taak om dit tijdig te herkennen zodat men tijdig dit probleem kan aanpakken.


Neem contact met ons op

Contactgegevens


Angstcentrum v.z.w.
Neerharenweg 6
3620 Lanaken
België

E-mail:   poli@angstcentrum.be

GSM: 0032 (0) 491 077 877

Consultaties zijn volgens afspraak

Telefonische bereikbaarheid:
maandag t/m vrijdag van 11.00u tot 15.00u


Aanmeldformulier

Meer angststoornissen